Het helse paradijs

Zoals zo vaak was het eerste wat ik gisterochtend hoorde het gepiep van mijn telefoon: een nieuw whatsapp bericht: “Bel me zodra je wakker bent.” Ja, ik ben wakker, de dag is begonnen! Dus ik bel dokter Manos, de lokale arts met wie we samenwerken, maar die zelf een paar dagen in Athene zit, om van hem te horen dat er op dat moment 36 nieuwe mensen naar het kamp gebracht werden, met de vraag of ik eerder naar het kamp kon gaan om te kijken of we een medische screening konden doen, zoals we proberen te doen bij iedereen die binnenkomt voordat hun proces begint. Dus ’s morgens om negen uur stond ik daar met een van onze artsen, een fantastische Ierse dame.

De nieuwe mensen zaten buiten in de schaduw te wachten. Sommige zagen er uit alsof ze zo van de veerboot uit Turkije waren gestapt. Een beetje moe misschien, maar zo uit het dagelijks leven geplukt. Er was een dame van 97! Met dikke brillenglazen en een beetje slechthorend, maar een heldere blik in de ogen. Zij wist nog precies wat er om haar heen gebeurde. Kun je het je voorstellen om op die leeftijd nog je land te moeten ontvluchten? Een andere oudere dame was helemaal alleen, maar met vreselijke rugklachten. Zo erg dat ze niet eens zichzelf naar de toilet kon helpen. Met een smekende blik in haar ogen: help mij! Of het jonge meisje met een uitgemergeld lichaam, een schichtige blik en diepe blauw/zwarte wallen. Ze moest naar het toilet en liep te rommelen aan de deur van de wc. Een agent zat op wacht, maar vergat kennelijk haar te informeren dat de toiletten buiten gebruik waren tot ik hem er naar vroeg. Ik liep met het meisje naar een andere agent, die bars zei dat ze moest wachten tot na het proces. Dat kon nog wel een paar uur duren. Uiteindelijk mocht ze onder politie escorte naar een toilet buiten de politieomheining. Het is schokkend hoe mensen hun houding aanpassen op wie de vraag stelt, ik als Westerse, of de jonge Syrische. Waarom mag ze wel naar het toilet als ik het vraag, maar niet als ze het zelf vraagt? Waarom moet ik het drie keer vragen, terwijl het overduidelijk is dat ze uitgeput en bijna ziek is van de spanning?

Het lijkt erop dat de aantallen weer oplopen. Er zijn nu al bijna twee keer zoveel mensen binnengekomen in september dan in heel augustus. Hoewel veel dingen redelijk geregeld zijn in dit kamp vergeleken met andere kampen is het hartbrekend. Vanochtend tijdens een kerkdienst in een hotel een eindje verderop werd ik hier zo door geraakt. Vanaf het eerste lied heb ik gehuild. Het is zo onwerkelijk. Om daar te zitten, op het terras van het hotel, met al deze lieve, relaxte, vakantievierende christenen om mij heen. Om te zingen van Gods niet aflatende liefde en trouw. En tegelijkertijd dagelijks geconfronteerd te worden met zoveel leed! Ik weet dat het Gods liefde was die mij hier bracht en dat het Gods genade is die mij hier houdt. Maar ik werd zo geraakt door het contrast. Deze sneak preview van de hemel, het leven zoals het bedoelt was, in harmonie met God, met elkaar, met de schepping, een stukje paradijs op aarde, een lichtstraal die mijn hart verwarmde. Maar juist het licht laat zien hoe groot de duisternis daar om heen is. Soms voel ik mij als of ik in een wilde zee beland ben en een reddingsboei heb waarvan ik zeker weet dat de lijn sterk genoeg is om mij te redden, maar ik zie alle mensen om mij heen verdrinken en ik heb de macht niet om hen allemaal te redden. Dan voel ik mij zo klein! Ik ben zo gezegend, zowel materieel als met de zekerheid die ik heb in Christus, met de hoop die ik heb. Maar wat met alle mensen die dit missen?

Ik mocht een stukje getuigenis delen in de kerk. Dat was tof. Na de dienst kwamen van alle kanten mensen op mij af die voor mij en het werk hier wilden bidden. Het was zo mooi, om Gods familie om mij heen te hebben op een van mijn zwakste momenten. Het was dit moment dat ik opnieuw besefte hoe belangrijk het is dat dit verhaal gedeeld wordt. Het verhaal van mensen in nood. Over elf dagen kom ik terug naar Nederland voor twee weken. Daarna ga ik weer terug naar Samos. Ik kan nog niet weg gaan, er is hier nog te veel te doen. Maar de komende tien dagen zal ik elke dag een stukje van het verhaal delen. Het is mijn verhaal, mijn perceptie van wat er hier gebeurd. Sommige verhalen zijn mooi, sommige grappig, andere verdrietig. Het is het dagelijks leven. Maar wel in een rare setting. Ik hoop dat jullie mijn verhaal willen lezen en het delen. Het delen met jullie vrienden, misschien mensen in een positie om invloed uit te oefenen en het delen in jullie gebed. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat God voor elk van deze mensen die ik hier ontmoet een plan van hoop heeft en dat ons gebed dingen in de geestelijke wereld in beweging kan zetten. En dat is wat deze wereld nodig heeft. En ik heb jullie gebed nodig. Het werk is intens, de dagen zijn lang en vrije dagen schaars, Vandaag was mijn eerste vrije dag in twee weken, maar zelfs een vrij dag staat vrijwel volledig in teken van het werk hier. Een constante staat van paraatheid. Ik hou van wat ik doe, maar ik ben moe.

Ps. Op de foto zie je mij met de nieuw opgerichte club, Samos Jesus People. Engelssprekende christenen die hier werken met wie we vanaf vandaag elke zondagmiddag bij elkaar komen om met elkaar te eten, elkaar te bemoedigen en de Bijbel te lezen. Ben hier heel blij mee! Hoopte hier al op nog voor ik kwam en nu eindelijk is het er!

foto-2