Mannen broeders

img_1263

Ik herkende het kamp bijna niet terug toen ik na drie weken terug kwam. De populatie was in die paar weken verdubbelt en inmiddels zitten er al bijna tweeduizend mensen, waarvan ongeveer de helft man en een derde kind of tiener, in het kamp. Een kamp dat voor 750 man bedoelt was. Ze hebben haastig een extra deel naast het kamp min of meer geleveld en omheind, maar het is werkelijk een aanfluiting voor de Europese trots op de naleving van mensenrechten dat we hier mensen met tenten op laten wonen. Wonen, want het proces waar deze mensen inzitten duurt nog altijd maanden! Los van hygiëne problemen ontstaan door deze ophoping van mensen op een veel te kleine ruimte kun je je de sociale gevolgen misschien indenken. In de zomer hadden we door de lage instroom van nieuwe mensen een vrij constante samenstelling in het kamp. Ik overdrijf als ik het een gezellig dorp zou noemen, want het was verre van dat, maar er was wel een zeker sociaal evenwicht. Je wist in elk geval met wie je een probleem had als je een probleem had, want op den duur ken je iedereen wel als je op zo’n klein stukje grond met elkaar vast zit. Nu zijn er zo veel nieuwe gezichten. En die gezichten staan doorgaans niet vrolijk. In Turkije schijnt beweerd te worden dat het herverdelingssysteem nog steeds actueel is en dat de grenzen binnen twee maanden open gaan. Je kunt je de enorme teleurstelling en frustratie voorstellen die mensen doormaken nadat ze een levensgevaarlijke reis hebben gemaakt en dan nu in een kamp komen waar niet eens een stukje egale grond over is om je tent neer te zetten.

De eerste weken dat ik op Samos was kwamen er elke dag minstens vijf mannen nonchalant naast me staan, schouder aan schouder, om even te checken of ze wel langer waren dan ik. Dat waren ze natuurlijk negen van de tien keer niet. Sommige tieners kwamen zelfs elke dag terug om te checken of ze niet toch ’s nacht een paar centimeter gegroeid waren. Maar op een gegeven moment raakten ze gewend aan mijn lengte en was het nieuwtje er wel af. Nou, het nieuwtje is er weer helemaal aan! Ik wordt weer dagelijks aangestaard, opgemeten en aangesproken door mannen die nog nooit van hun leven vrouwen hebben ontmoet die langer zijn dan zij. Tja, balen jongens, dat je met je 1.80 in het Europa waar ik vandaan kom nog niet eens boven het gemiddelde uit komt. Maar, de meeste schijnen het toch wel fascinerend te vinden. Had deze week in elk geval weer drie huwelijksaanzoeken te pakken.

Deze week kwam Abdul naar mij toe. Deze jonge gast uit Syrië is de afgelopen weken een enorme hulp voor ons team geweest. Niet alleen doordat hij ons dagelijks hielp met vertaling Arabisch-Engels, maar omdat hij altijd klaar stond om met elk klusje dat maar voorhanden was te helpen. Hij was super blij, want ze hebben hun papieren om naar Athene te gaan. En daar bedankte hij mij voor. “Ja, want jij had gewenst dat we de papieren snel zouden krijgen en nu zijn ze er.” Geen probleem Abdul, je zegt het maar als ik nog eens iets voor je moet wensen. Als al mijn wensen zo goed uitkwamen… Maar, iets serieuzer vervolgde hij, hij wou me echt bedanken, mij en ons team. Voor hij ons leerde kennen had hij serieuze gedachten over zelfmoord gehad. Hij zag het niet meer zitten, had geen hoop meer, was onhandelbaar thuis, sloopte alles wat hij tegen kwam, had geen vrienden, had geen reden om door te gaan. Maar ons team gaf hem hoop, vriendschap en een reden om te leven. Hij merkte dat het zijn leven weer zin gaf als hij ons hielp de anderen in het kamp te helpen. Ik heb deze jongen zo zien opleven de afgelopen twee maanden. Hij is een ander mens geworden. Hij en zijn iets jongere broer. Waar zij eerst verlegen, wat schuchter waren, lopen ze nu te grappen en helpen uit zichzelf de anderen die ze tegen komen. Dit zijn mijn wonderen. Dit is de reden dat ik hier ben. Om er te zijn voor jongens als Abdul en zijn broer, om naast hen te staan en hen te laten zien dat er nog altijd hoop is.